In Nederland zijn er verschillende bijzondere manoeuvres die je moet beheersen voor het auto-examen. Deze manoeuvres zijn bedoeld om aan te tonen dat je het voertuig in verschillende situaties veilig en beheerst kunt besturen. De belangrijkste bijzondere manoeuvres die bij het praktijkexamen aan bod kunnen komen, zijn:

1. Keren: Dit kan op verschillende manieren, zoals:
   • Keren door middel van een halve draai (U-turn).
   • keren op de rijbaan d.m.v. 3 x steken
   • Bocht achteruit rijden: Dit houdt in dat je om een hoek achteruit moet rijden. Dit wordt vaak beoordeeld om te zien hoe goed je de controle over het voertuig hebt en je omgeving in de gaten houdt.
2. Recht achteruitrijden
3. Parkeren:
   • Vak parkeren:
     • Vooruit in een vak parkeren.
     • Achteruit in een vak parkeren (haaks).
   • File parkeren: Dit houdt in dat je parallel aan de rijbaan moet parkeren, meestal achteruit in een beschikbare parkeerplek tussen twee voertuigen.
   • Of file vooruit parkeren

4. Hellingproef. 

Naast deze manoeuvres moet je ook laten zien dat je veilig kunt in- en uitvoegen, van rijstrook kunt wisselen, en verkeerssituaties kunt inschatten en daarop kunt reageren.

Dus, de bijzondere manoeuvres die je voor het examen moet beheersen zijn:

1. Keren.
2. Recht achteruitrijden.
3. Vak parkeren en File parkeren (vooruit en achteruit) .
4.  Hellingproef.

Deze manoeuvres testen je rijvaardigheid, voertuigbeheersing en inzicht in het verkeer. Het is belangrijk om deze goed te oefenen om het examen met succes af te leggen.

Op je tussentijdse toets of praktijkexamen krijg je 2 bijzondere manoeuvres.